Actueel

Advies over het Omgevingsplan Zeeland 2018 (de zgn. 70%-versie)


In het economisch beleid van de Provincie Zeeland is ‘duurzaamheid’ een belangrijk thema. Zo zijn de transitie naar een circulaire economie en de verduurzaming van de energievoorziening niet alleen goed voor het milieu, maar kunnen ook een impuls voor de Zeeuwse economie betekenen: duurzaamheid biedt kansen voor meer innovatie en nieuwe arbeidsplaatsen. In het voorlopige concept van het Omgevingsplan Zeeland 2018 is er volop aandacht voor deze economische kansen, maar het Omgevingsplan is nog onvoldoende concreet over het beleid, dat het College van GS gaat voeren op het gebied van ruimte, milieu en water om deze kansen te benutten. Daarom adviseert SER-Zeeland om het omgevingsbeleid meer in te zetten om deze duurzaamheidsontwikkelingen te versnellen en te faciliteren.

Op grond van landelijke wetgeving is de Provincie Zeeland verplicht dit jaar een nieuw Omgevingsplan op te stellen, waarin het vooral gaat om het provinciaal beleid op het gebied van ruimte, milieu, water, mobiliteit, natuur en cultuur. Normaal heeft een Omgevingsplan een looptijd van zes jaar, maar de verwachting is dat de looptijd deze keer niet langer is dan drie jaar. Dat is een gevolg van de nieuwe Omgevingswet, die in 2021 in werking treedt. Het College van GS heeft SER-Zeeland verzocht om te adviseren over de voorlopige tekst van het Omgevingsplan.

 

SER-Zeeland doet enkele suggesties voor een pro-actief omgevingsbeleid, dat gericht is op het stimuleren van meer duurzaamheid in de economie. Zo kan de Provincie bijvoorbeeld door het afgeven van een zgn. koepelvergunning aan een groep van bedrijven op een bedrijventerrein de gewenste ontwikkelingen aanjagen. Ook vergunningverlening en handhaving bieden de Provincie mogelijkheden om de circulaire economie te versnellen.

 

SER-Zeeland besteedt in haar advies ook aandacht aan de zeehavenontwikkelingen. Wat betreft het omgevingsbeleid voor de havengebieden adviseert SER-Zeeland om uit te gaan van de samenhangende, grensoverschrijdende havenregio. De recente fusie tussen de beide Zeeuwse zeehavens en de haven van Gent biedt een goede uitgangspositie voor een ruimtelijk-economische visie voor heel het werkgebied van North Sea Port. De beleidsnota “Duurzaamheid werkt, ambitie 2030” uit 2016 van de havenondernemers, Zeeland Seaports en de Provincie Zeeland kan daarbij als opmaat fungeren. SER-Zeeland vraagt ook aandacht voor een aantal verkeersknelpunten, zoals een betere aansluiting met het Vlaamse wegennet bij Zelzate, en voor betere routes en voldoende ligplaatsen voor de binnenvaart.

 

SER-Zeeland is van mening dat het provinciaal woningbouwbeleid teveel ingegeven is door de verwachting dat de Zeeuwse bevolking in de komende jaren niet alleen vergrijst en ontgroent, maar ook in omvang daalt. Woningbouwcontingenten worden daardoor slechts mondjesmaat aan gemeenten beschikbaar gesteld. Als gevolg daarvan zijn er nauwelijks mogelijkheden voor gemeenten om in te spelen op de specifieke woonwensen van hoger opgeleiden, die vooral geïnteresseerd zijn in aantrekkelijke woonmilieus bij de Zeeuwse steden. SER-Zeeland adviseert dan ook om voor deze doelgroepen meer ruimte te bieden in de regionale woningmarktafspraken. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten, omdat door het aanbieden van aantrekkelijke woonmilieus tegelijkertijd ook het draagvlak voor stedelijke voorzieningen toeneemt.

 

Tenslotte geeft SER-Zeeland aan dat zij instemt met de opvatting van het College van GS over het belang van goede en robuuste regionale bedrijventerreinenprogramma’s. Het is primair aan de gemeenten in een regio om in gezamenlijkheid zulke programma’s op te stellen. Als de gemeenten daar (om wat voor reden dan ook) onverhoopt niet in slagen, mogen de ondernemers in die regio daarvan niet de dupe worden. SER-Zeeland vindt dat in dat geval de Provincie Zeeland haar verantwoordelijkheid dient te nemen en zelf aan de slag dient te gaan om een bedrijventerreinenprogramma voor de betreffende regio op te stellen.