De landelijke en regionale SER’en op werkbezoek in Zeeland
Op vrijdag 22 november jl. was SER-Zeeland gastheer van het tweejaarlijkse werkbezoek van de landelijke en de vier regionale SER’en. In totaal een kleine veertig bestuurders van de SER’en en een tiental Zeeuwse genodigden spraken in Restaurant en Partycentrum Landlust over een aantal actuele onderwerpen op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs en scholing. Onder de deelnemers was ook Mariëtte Hamer, voorzitter van de landelijke SER.
In het ochtenddeel van het programma stond het onderwerp “energietransitie” centraal. In het bijzonder ging het om de vraag hoe in de verschillende regio’s voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten gevonden kunnen worden om de verduurzaming van de energievoorziening te realiseren. In alle regio’s is momenteel sprake van een gespannen arbeidsmarkt, terwijl de energietransitie juist vraagt om extra personeel.
Dit geldt zeker ook voor Zeeland, waar nu al in diverse bedrijfssectoren veel vacatures niet ingevuld kunnen worden. De projectleider van de nota “Regionale Energiestrategie Zeeland”, Mathieu van Woerkom, praatte de aanwezigen bij over de Zeeuwse ambities het gebied van energiebesparing en verduurzaming van de energievoorziening en over de veelheid van concrete projecten en maatregelen om dat te bereiken. De voorzitter van het College van Bestuur van Scalda, Hendrik-Jan van Arenthals, gaf aan dat Scalda graag bereid is om leerlingen op te leiden voor banen in de “energietransitie”. Hij riep het bedrijfsleven op tot meer samenwerking en tot meer gezamenlijk overleg over de eisen en verwachtingen, die aan het toekomstige personeel gesteld worden. Ilze Poppe, directeur van Poppe Installatietechniek te Kloosterzande, gaf aan hoe deze mkb-onderneming inspeelt op de kansen van de energietransitie. Een grote belemmering daarbij is dat er nauwelijks vakbekwaam personeel beschikbaar is. Mariëtte Hamer vatte een aantal conclusies samen van de paragraaf over arbeidsmarkt en scholing van het Klimaatakkoord. Volgens spreekster liggen de oplossingen niet voor het oprapen. Er zal per regio gezocht dienen te worden naar maatwerk. Verder onderstreepte Mariëtte Hamer het belang van een leven lang ontwikkelen, dat nodig is om de kansen op duurzame inzetbaarheid van werknemers te vergroten.
Na de inleidingen gingen de deelnemers in een viertal energietafels aan de slag met enkele stellingen over de relatie “arbeidsmarkt en onderwijs” en energietransitie.
In het middagdeel ging de Gedeputeerde voor Economie, Jo-Annes de Bat, in op de Zeeuwse arbeidsmarkt: in veel sectoren is er een tekort aan gekwalificeerde medewerkers. Omdat het tekort aan arbeidskrachten door veel Zeeuwse ondernemers momenteel als hét grote probleem wordt ervaren, is op initiatief van de Provincie Zeeland het zgn. Aanvalsteam Arbeidsmarkt in het leven geroepen. Tal van organisaties en instellingen werken hierin samen om het arbeidsmarktvraagstuk te verminderen c.q. op te lossen. Daarna kwam de CEO van North Sea Port, Jan Lagasse, aan het woord. Spreker gaf een toelichting op de voordelen van een grensoverschrijdende zeehavenautoriteit: enkele jaren geleden is besloten om Zeeland Seaports samen te voegen met het Havenbedrijf van Gent. Een knelpunt waar North Sea Port en de daar gevestigde ondernemingen tegenaan lopen, is de uiteenlopende wet- en regelgeving op allerlei gebied tussen Nederland en Vlaanderen/België. Een gezamenlijke Stuurgroep van beide landen is inmiddels van start gegaan om voorstellen te formuleren om deze wettelijke belemmeringen op te heffen.
Het laatste woord van deze bijeenkomst was voor de voorzitter van de landelijke SER. In haar terugblik sprak Mariëtte Hamer van een geslaagde en inspirerende bijeenkomst. Wat betreft het thema “energietransitie” is er volgens haar sprake van een politieke werkelijkheid, een ambtelijke Haagse werkelijkheid en een ondernemerswerkelijkheid. Zij heeft met erg veel belangstelling kennis genomen van de ambities in Zeeland. Heel veel zaken en tips die tijdens deze dag aan de orde zijn geweest noemde zij erg waardevol. Zij zegde toe dat de landelijke SER graag beschikbaar is om alle input van deze bijeenkomst op te nemen in een naslagwerk, zodat ook belangstellenden buiten de kring van de aanwezigen hiervan kennis kunnen nemen.